Hoe blijven dieren koel in de zomer?
Hoe blijven de verschillende dieren koel in de warme zomer?

Het is volop zomer en nu eind juni hebben we al met hoge temperaturen te maken. We zweten wat af in deze periode om koel te blijven. Die hoge temperaturen zijn fijn voor de zonliefhebbers maar niet altijd fijn voor de dieren die bij ons in de natuurgebieden leven. Hoe gaan de verschillende dieren om met de hitte? Welke verkoelende strategie hebben zij?
De mens (samen met het paard en de kameel) als zwetend zoogdier vormt een opmerkelijke uitzondering binnen de diersoorten. Bij de meeste andere dieren is er geen sprake van warmteafgifte door het verspreiden van lichaamsvocht over hun huid, met uitzondering van ciaden. Deze kleine insecten beschikken over zweetklieren aan de bovenkant van hun lichaam, waarmee ze vocht uit plantensappen kunnen verdelen over hun lijfje. Wanneer dit vocht verdampt, onttrekt het verdampingsproces warmte aan het lichaam van het insect. Het grote nadeel van zweten? Je moet extra veel drinken.
De kangoeroe en de koala hanteren een compleet andere strategie. Ze bevochtigen hun eigen vacht om af te koelen. Dit kan worden gezien als een vorm van 'actief' zweten, aangezien het verdampende speeksel zorgt voor een verkoelend effect. Het menselijke equivalent hiervan is het natmaken van de polsen met koud water om af te koelen.
Hijgen is een methode die de meeste middelgrote tot grote zoogdieren hanteren om af te koelen, met uitzondering van zweterige soorten. Ook vogels maken gebruik van hijgen als het hen te warm wordt. Bovendien speelt hijgen een veel bredere rol in de thermoregulatie van dieren dan enkel het verdampen van vocht. De snelle stroming van (koelere) lucht door de bovenste luchtwegen bevordert immers ook convectie, en door de mond te openen verliezen ze warmte via straling. Een voordeel van hijgen ten opzichte van zweten is dat er minder zout verloren gaat en dat er geen luchtstroming nodig is om extra warmte af te voeren.
Bepaalde vogels, zoals reigers, aalscholvers, uilen en duiven, maken gebruik van een bijzonder unieke manier van hijgen. Ze trillen intensief met de 'keelzak', het huidgedeelte onder hun snavel. Hierdoor stroomt er razendsnel frisse lucht in en uit de vogelbek, vooral over de vochtige delen van de snavel en de keel, zodat de verdamping van het keelvocht wordt versneld.
Er zijn ook dieren die er voor kiezen om zichzelf nat te maken. Zoals een wild zwijn dat doet. Die nemen een verkwikkend modderbad voor een langdurig fris gevoel. Niet alleen de frisheid van het water (of de modder) koelt het lichaam af, de verdamping ervan zorgt voor nog meer temperatuurwinst. Ook vogels houden van waterpret in de zomer en die zie je soms een heerlijk bad nemen.
Andere dieren kiezen ervoor zich simpelweg terug te trekken in een lekker koel hol, waardoor ze zichzelf de nodige afstand van de hitte gunnen. Soms doen wij dat ook; we sluiten ramen en deuren en laten de rolluiken naar beneden om ons eigen afkoelingshol te creëren.
De lucht in je huis laten bewegen zorgt voor afkoeling via convectie waarbij je huid warmte verliest aan de koelere lucht. Ook bevordert het afkoeling door zweten. Dit gebeurt omdat het vochtige laagje lucht om de huid heen sneller ververst wordt. Het is ook een truc die we ook bij bijen terugzien: op een warme dag verzamelen 'waaierbijen' zich voor de ingang van het nest om met wild wapperende vleugels de lucht in hun nest te verversen.
Net zoals een vlinder zich bij de eerste zonnestralen opwarmt met zijn vleugels wijd uitgespreid, kan hij op deze manier de zonnestraling op zijn lichaam reguleren door de vleugels recht naar de zon te richten. Ook libellen passen deze techniek toe. Ze positioneren hun achterlijfje in het verlengde van de zonnestralen, zodat ze zichzelf in de schaduw kunnen plaatsen.
Je ziet dat de verschillende dieren in de natuur zo hun eigen strategie hebben om af te koelen. Misschien inspireren ze je wel om zelf nog extra af te koelen op warme zomerdagen.
